In reflectie op een outplacement opdracht van de afgelopen maanden kwam het woord ‘ontvankelijk’ bij me op. Ontvankelijk, wat betekent het? Er zijn twee vormen, de juridische en de persoonlijke:
-Vatbaar voor berechting, voldoet aan formele voorwaarden voldoet.
-Openstaan voor indrukken. Accepterend, receptief, vatbaar. Willen leren.
Ik krijg te maken met diverse vormen van persoonlijke ontvankelijkheid. De outplacements zijn stuk voor stuk mooie trajecten: door de verwachte schrikt van het verplichte vertrek (reorganisatie in dit geval) en de onzekerheid (help! wat moet ik nu?) inzoomen op de vraag van de kandidaat. Inzoomen op de mens, wie ben je, waar sta je en waar wil je beginnen?
Er zijn kandidaten die weten waarmee ze willen starten, ze hebben een duidelijk gevoel van hoe ze iets willen bereiken en willen dit finetunen. Ze weten wat ze al kunnen en waar ze te leren hebben. ‘Ik wil oefenen met gespreksvoering.’ ‘Ik wil begeleid bij netwerken.’ ‘Hoe schrijf ik de brief?’ Deze mensen zijn in mijn beleving met meest ontvankelijk. Ze staan open om te leren, ze weten al iets, namelijk waarmee ze het liefst beginnen. Dit werkt prettig. En snel. Deze mensen hebben hun gedachten laten gaan over doel en doelgerichtheid. Ze komen makkelijker in beweging want ze hebben al nagedacht over hun doelen en leervragen. Deze kandidaten vliegen als eerste uit naar een nieuwe werkomgeving.
En er zijn kandidaten met de afwachtende houding. “Zeg jij het maar, wat bied je aan, wat moet ik doen?” Mensen ‘zonder agenda’, blanco, op het oog welwillend maar vaak blijkt dit niet zo te zijn. In deze groep vind ik de Eigenwijzen. Ze lijken open maar hier hoor ik: ‘doe ik al’, ‘weet ik al’, ‘niks voor mij’ en ‘heb ik al geprobeerd maar werkte niet’. Ze pakken het daarna niet op, gaan er niet mee verder. Vaak krijg ik nauwelijks de kans om uit te spreken, zo vlot wordt een idee afgeserveerd. Er komt amper gesprek, halverwege mijn zinnen word ik onderbroken: “doe ik al”, “weet ik al”. Korte antwoorden. Stotterende gesprekken. Het effect is dat ze blijven doen wat ze al deden. Binnen de veiligheid van de comfortzone.
Wat heeft de eerste groep kandidaten wel en de tweede niet? Eigenaarschap. Durf. Initiatief. Nieuwsgierigheid. Leergierigheid. Zijn dat de ingrediënten van Ontvankelijkheid? De bestanddelen van Groei?