“Focus op een blij en gelukkig moment in je leven, je voelt trots, voldoening. Welk beeld komt er bij je boven?” Het was een visualisatie oefening tijdens een driedaagse training waarbij ik co-trainer was. Bij mij kwam onmiddellijk een helder beeld naar boven: Wij traden onze nieuwe kerkruimte binnen na het officiële lint-doorknip-moment. Daar liepen we: in optocht liepen we de nieuwe ruimte in. Vooraan werd ‘de Ark’ naar binnen gedragen.
Wat er aan vooraf ging? Ik zou er een boek over kunnen schrijven. Wij, Doopsgezinde Gemeente Harlingen, waren duidelijk te groot geworden voor onze jas. Het oude kerkgebouw, dat statig en buiten proporties aan de oude Zoutsloot boven de oude kleine huisjes uittorende, was weer nodig aan onderhoud toe. Het leek een gebed zonder eind: alsmaar opknappen en renoveren. Het gebouw leek een doel op zich te zijn worden, in plaats van een plek die een doel diende. Na veel vergaderen werd besloten te onderzoeken welke alternatieven er waren en hoe dit te realiseren viel.
Dit is overigens makkelijker neergeschreven dan gedaan. Er dreigde tweestrijd binnen onze kerk: de pro-bouwers en de anti-slopers. Compleet met een in het leven geroepen actiegroep vanuit de stad, welke voor veel extra rumoer zorgde. Uiteindelijk werd in de ledenvergadering gekozen voor een plan waarbij het grote gebouw plaats zou maken voor een kleine aanbouw aan te renoveren oude huisjes die naast de kerk lagen. Een lastig te nemen besluit, maar we deden het zorgvuldig.
Tijdens de laatste dienst in het oude gebouw werd er een Ark gevuld met attributen die ‘bij ons horen’: onze eigenheid hiermee symboliserend. Veel zijn dat er niet in een Doopsgezinde kerk overigens, maar toch….. de Kanselbijbel, he doopvont, een kruis, de liedborden werden zorgvuldig ingepakt. De Ark werd voor de mensen uit door de kerkdeuren naar buiten gedragen. De gemeente ging op pad.
Er volgde een periode van sloop, renovatie en nieuwbouw. We kerkten elders. Fondsen werden vergaard. Een Harlinger restauratiestichting hielp ons met de plannen. Het oude orgel werd zorgvuldig opgeslagen tot er een nieuwe eigenaar was en een kleiner orgel werd aangeschaft. We deden zelf wat we konden. Ik zie nog voor me hoe gemeenteleden met blaren op hun handen de harde metselspecie van de oude steentjes zaten te bikken, zodat deze weer gebruikt konden worden. Oude meubels werden geschuurd en opnieuw geverfd. De kansel, die in de oude kerk hoog boven de gemeente uittorende, werd vermaakt tot een verrijdbare spreekstoel en in de nieuwe kleuren geschilderd. We dachten na over aankleding, akoestiek, warmte, ruimte voor groepen van alle leeftijden. Op gezette tijden gingen we na de zondagsdienst met zijn allen kijken hoe de bouw vorderde.
13 April 1997 werd de Ark weer opgelicht en de nieuwe kerkzaal binnengedragen. We namen ‘onze eigenheid’ mee de nieuwe ruimte in. De zorgvuldig ingepakte attributen werden op hun nieuwe plaats neergezet waarmee we van de nieuwe ruimte ons thuis maakten.
Dat beeld van de Ark, het binnendragen van onze eigenheid, ontroerde me ineens enorm. Ik werd verrast door de tranen die er waren. Ik was tijdens deze visualisatie in een groepsdriedaagse die als start dient voor een jaar ‘uit je burn out’-begeleiding. Werken met een groep mensen die door alle (werk)druk zijn afgedreven van hun eigenheid. Waar ben je zelf nog? Wie ben je zelf nog? Wat is voor jou van waarde? Wat is jouw eigenheid? Ik knutselde een papieren arkje in elkaar terwijl ik nadacht over ‘eigenheid’. Hoe vaak heb ik in mijn leven mijn boeltje opgepakt en ben ik verkast? Steeds nam ik mezelf mee, mijn persoonlijkheid, met al mijn plus- en minpunten. Er zijn perioden geweest dat ik mezelf dreigde kwijt te raken onder de druk. Dat had met werk te maken of met sociale druk maar zeker ook van alle dingen die ik mezelf oplegde. Ik maakte mezelf steeds weer vrij, heb het gevoel van druk als mijn barometer voor noodzakelijke verandering gezien. Er zijn zaken die zo eigen zijn dat ik ze al 60 jaar met me meeneem. De hang naar onafhankelijkheid (eigen wijze), het willen blijven leren (verwonderen), het dagelijks besef van hoe goed ik het heb, de overtuiging van persoonlijke verantwoordelijkheid voor mijn leven, het willen bijdragen. Het kleurt mijn leven. Het zijn vaste onderdelen van Mijn Ark. Gebutst en gekleurd door het leven, de scherpste hoeken zijn wat afgesleten in de loop der tijd, Goddank.